‘Na de vakantie krijgen jullie bijles!’. Ik zit in een pittoresk restaurantje midden in Florence een bord pasta naar binnen te werken, maar ik leg mijn vork even neer. Naast mij zit een Nederlands gezin aan tafel. Vader, moeder en twee kinderen. De kinderen hebben nog geen woord gesproken – zelfs niet wanneer hen iets gevraagd werd – en kijken allebei naar de mobieltjes in hun hand. Ik schat ze een jaar of acht, misschien tien. Als reactie op de zin ‘na de vakantie krijgen jullie bijles’ schieten hun hoofden omhoog. ‘Bijles? Ik dacht het niet’, protesteren ze, ‘we hebben toch een goed rapport?’. Vader stopt nog een stukje prosciutto in zijn mond: ‘Ja, maar zelfs als je alleen maar tienen op je rapport hebt, moet je toch van mij op bijles’.
De kinderen kijken hem aan alsof hij gek is geworden en ik betrap mezelf erop dat ik hetzelfde doe. ‘Papa wil namelijk dat jullie een goede baan krijgen. En veel centjes verdienen, net als ik! Jullie willen toch ook veel centjes verdienen? Op vakantie naar Japan en Griekenland? Je kunt blij zijn dat je niet op de camping hoeft te staan. Dat willen jullie toch niet?’. Moeder besluit er nog een schepje bovenop te doen: ‘En Emma uit jullie klas, die is toch blijven zitten?’. De kinderen knikken onzeker, niet wetend wat er komen gaat. ‘Ik weet zeker dat Emma niet was blijven zitten als ze bijles had gehad en misschien wel wat harder had gewerkt. Jullie moeten goed je best doen komend jaar’. De kinderen rollen met hun ogen en zijn zo slim om weer hun aandacht op hun telefoons te richten.
Ik krijg ondertussen bijna medelijden met deze kinderen. Door alleen maar te vertellen wat ze móéten, krijgen ze nog nauwelijks tijd en ruimte om kind te zijn. Na schooltijd nog bijles, muziekles, sporten (‘Volgend jaar gaan we vier keer in de week sporten’), maar wel op tijd naar bed. Als leerkracht heb ik de zin ‘kan ik thuis nog iets oefenen met mijn kind?’ dan ook veel te vaak gehoord. Laat school maar op school en laat uw kind thuis maar ontspannen, antwoord ik dan. Want zeg nou zelf, we vragen steeds meer van onze volgende generatie. ‘Kijk eens hoe goed mijn kinderen het doen’, roepen we trots met zijn allen.
Ik draai wat pasta op mijn vork en gluur opnieuw naar mijn buren, waar de kinderen weer even in hun eigen mentale en digitale kinderwereld nog een beetje zichzelf kunnen zijn. En dat terwijl hun ouders alvast bepalen wat zij allemaal leuk moeten vinden het komend schooljaar.
Jessica Goertzen is leerkracht in het basisonderwijs en auteur. In haar boek ‘Dagboek van een bijna-juf’ (2015) deelt zij nog meer van haar ervaringen in het onderwijs.