Ja hoor, de verkiezingen komen er weer aan. Objectief gezien zijn de belangrijkste politieke kwesties al bijna een decennium hetzelfde; klimaatverandering, economische ontwikkelingen, en het migratievraagstuk. Spindoctors zijn echter weer naarstig aan de slag gegaan om andere partijen de wind uit de zeilen te nemen. Hiervoor lenen een aantal onderwerpen zich traditioneel goed. De troef van de komende verkiezingen is inmiddels duidelijk: de zorg. Meer in het bijzonder de afschaffing van het eigen risico en het oprichten van een nationaal zorgfonds.
Veel in de zorg gaat mis. Onze staatssecretaris moet zich bijna wekelijks verantwoorden voor misstanden in zorginstellingen. De werkdruk is te hoog, salarissen zijn te laag, er zijn zwarte lijsten opgesteld van zorgorganisaties, de GGZ is nagenoeg afgebroken, verwarde mensen dolen over straat, met dementerenden worden plascontracten afgesloten, en ga zo maar door.
Als je zorg wilt ontvangen heb je een zorgverzekering nodig. Ik weet in mijn 25-jarig bestaan eigenlijk niet beter dan dat we een zorgverzekering hebben. Mijn vader vertelde vaak dat het de hoogste kostenpost voor ons gezin was (toegegeven, mijn ouders hadden lage woonlasten). Veel mensen kunnen het zich onderhand niet meer veroorloven, om maar te zwijgen over het ophoesten van het eigen risico. Maar ondanks dat ik marktwerking in de zorg normaal vind, krijg ik jeuk van woorden als 'zorgpakketten’ en ‘zorgondernemers’. ‘Zorgpakketten’, alsof zorg iets is dat je kunt verpakken. En ‘zorgondernemers’, mensen die hun geld verdienen door het benutten van winstmarges in de zorg en raden van bestuur die daar tijdens deftige diners op proosten.
Dit is in mijn boekje een typisch gevalletje van te ver doorgeschoten kapitalisme. Het kapitalisme dat zich sinds de val van de Sovjetrepubliek als een zaligmakend gezwel door de wereld heeft verspreid (vandaar de jeuk). De heilige sikkel van het kapitalisme is de marktwerking. Deze lijkt door veel liberale politici aangedragen te worden als oplossing voor alles; zorg, onderwijs, cultuur, energie, you name it. Je zou bijna denken dat het openbaar bestuur overbodig is. Door marktwerking wordt zorg vanzelf goedkoper en beter, onderwijs innovatiever en efficiënter, en cultuur weer van het publiek. We weten echter allemaal dat de praktijk weerbarstiger is.
Dit is waar het fout gaat: marktwerking werkt alleen in een kwantificeerbaar economisch stelsel. Een kroegbaas op het marktplein zorgt dat hij óf meer kwaliteit levert, óf een lagere prijs heeft dan zijn buren. Alleen dan kan hij overleven en winst maken. O nee wacht, eigenlijk zijn bijna alle kroegen in bezit van een brouwer. De brouwers maken gewoon afspraken over de prijs. Daarom betaal je dus nergens €1,50 voor een pils en gaan de prijzen steeds collectief omhoog. Oeps, de vlieger van marktwerking gaat dus zelfs in ons economische stelsel niet altijd op. Waarom zou je het dan invoeren in stelsels die fundamenteel anders zijn, zoals de zorg?
Misschien zouden de heren en dames in Den Haag eens moeten stoppen met deze gemakkelijke politiek. Onderwijs, cultuur, zorg, en klimaatverandering raakt mensen niet primair financieel, maar in de kern van hun bestaan. Wellicht moeten we het mensenwerk weer teruggeven aan de mensen en niet aan de dure zorgondernemers en hun raden van bestuur. Het enige probleem is; welke functies moeten al die ex-politici dan gaan bekleden?