In een periode waarin Rusland bijna uitsluitend in negatieve zin in het nieuws besproken wordt, vertoont de Amerikaanse filmmaker Oliver Stone zijn filmreeks over de Russische president, The Putin Interviews. Sinds 2015 interviewde hij Poetin met regelmaat en verzamelde zo’n 20 uur aan beeldmateriaal; uniek voor een westerling. In vier afleveringen van ieder één uur toont hij ons onverbloemd een kijkje in het denken van Vladimir Poetin. De kritiek die hij hierop ontvangen heeft, is weinig verrassend en maakt de man, die in de Sovjet-Unie nog ontmoetingen had met dissidenten uit het Oosten, nu zelf tot een dissident in het Westen.
‘Oliver Stone interviewt Poetin met fluwelen handschoen’ kopte het Algemeen Dagblad. De kritiek in de Verenigde Staten en elders kwam in feite op hetzelfde neer. Te weinig tegenspraak, te vriendelijk. Sommigen repten zelfs van propaganda. De critici hadden waarschijnlijk gehoopt dat Stone voor de rechtstreekse aanval had gekozen zoals FOX-presentatrice Megyn Kelly dit had gedaan. Oliver Stone geeft aan vooral de andere kant van het verhaal te willen tonen.
Poetin aan het woord
In een periode waarin er in het Westen heel veel óver Poetin wordt gesproken, is het toe te juichen dat de grootste documentaire over de Russische president er een is waarin deze zelf aan het woord komt. Dit was ook wat Oliver Stone voor ogen had: Poetin laten spreken. Juist hierop wordt hij nu aangevallen. De veroordelingen plaatsen de reeks in het ondertussen algemeen gebruikelijke schema waarin men steeds ‘kleur moet bekennen’. Dit zien we voornamelijk in de journalistiek terug. Megyn Kelly gedroeg zich toen zij de kans kreeg Poetin te interviewen niet als een journaliste op zoek naar informatie en zij zag voor zich geen president. Zij was een aanklager en voor haar zat iemand in de beklaagdenbank. Koste wat kost was het haar taak de beschuldigde zover te krijgen te bekennen. Die Amerikaanse (en grotendeels Westerse) journalistieke cultuur loopt in dat opzicht volledig synchroon met de politieke cultuur. Je bent voor of tegen, goed of slecht. Het was nu precies Stone’s bedoeling dat paradigma te overstijgen. Dit maakt The Putin Interviews juist zo verfrissend en vernieuwend. Zijn critici blijven achter. Het resultaat van Stone’s aanpak? ‘In Amerika horen ze dingen die ze nog nooit hebben gehoord’.
Stone’s linkse Amerika-kritiek
Het interview van Stone draait om de geïnterviewde en niet om de interviewer. Zijn doel is nieuwe informatie te vergaren, niet om bestaande veronderstellingen te bevestigen. Dat Stone juist voor deze benadering kiest in een tijd waarin Poetin steeds negatiever wordt afgeschilderd is doelbewust. Een Amerika-kritische blik is bij Stone namelijk wel degelijk merkbaar. Deze kritiek wortelt echter niet in een rechtse politieke traditie – zoals bekend zijn rechtse politici in het Westen vaker positiever gestemd ten aanzien van Rusland en haar president – maar in een linkse. Stone stemde tweemaal op Obama en geconfronteerd met de keuze tussen Trump en Clinton stapte hij over naar de Green Party. De Amerika-kritiek waarvan we het een en ander opvangen tijdens de interviews bestaat bijvoorbeeld uit kritiek op de NSA en haar afluisterpraktijken. Bovenal is Stone een tegenstander van het republikeinse neoconservatisme. Hij hekelt de neoconservatieve strategie om steeds een extern vijandbeeld te creëren, om de Amerikaanse macht te versterken. Stone’s keuze om ‘third party’ te gaan bij de verkiezingen van 2016 kwam voort uit de observatie dat ook Hillary Clinton steeds neoconservatiever was geworden, ‘een havik’. Als er één ding is waar Stone bang voor is, dan is het die neoconservatieve koers, zegt hij tegen Poetin. Die antwoordt: ‘ik ook’.
Diplomatiek
De diplomatieke houding die de Russische president aanneemt is opvallend en gaat ook aan Oliver Stone niet ongemerkt voorbij. Poetin spreekt zelfs positieve woorden over senator McCain, de man die Poetin een crimineel en een moordenaar noemde. Ook over Hillary Clinton krijgt Stone geen negatieve kwalificatie uit de president getrokken. Over de vergelijking die zij maakte tussen Poetin en Hitler is de president kort: dat soort vergelijkingen passen niet in Ruslands politieke cultuur. Zijn antwoorden zijn, kortom, diplomatiek. Over cyberaanvallen op Rusland door Amerika wil Poetin niets zeggen vanwege de diplomatieke relaties; zo vermoedt Stone. Bovendien spreekt hij steeds beheerst. De enige emotie die te bespeuren valt is die van verontwaardiging, vooral wanneer Stone de vraag stelt wat Ruslands verdediging is tegen de beschuldigingen dat zij zich met de Amerikaanse verkiezing zou hebben bemoeid. ‘Er is geen bewijs dat wij schuldig zijn en dat is het grootste bewijs, de grootste verdediging die we hebben!’, aldus Poetin. Wanneer Stone voor het laatst afscheid neemt en terugblikt op de gesprekken valt hem iets op. Poetin sprak steeds over ‘onze Amerikaanse partners’. Stone: ‘Hij gebruikte het wel duizend keer’. Men kan discussiëren over de verschillende perspectieven op de conflictueuze situatie tussen Oost en West. Maar dit blijft hoe dan ook een diplomatieke handreiking. Het is Stone’s verdienste dat hij in een tijdperk van sensatiejournalistiek dit aan de wereld heeft weten te tonen.