top of page
Foto van schrijverYuri J.P. Meesen

Wordt het ministerschap een traineeship voor CEO’s?

Bijgewerkt op: 17 nov. 2020


Afgelopen maand werd oud-minister van Infrastructuur en Milieu Melanie Schultz (VVD) genoemd als de potentiële nieuwe CEO van Schiphol. Ook oud-minister van Economische Zaken Henk Kamp (VVD) heeft al een nieuw baantje; hij wordt voorzitter van brancheorganisatie Actiz. Zij zijn de nieuwste toevoegingen aan het rijtje van voormalige politici die een topfunctie krijgen binnen de sector waarover zij tijdens hun politieke carrière besluiten hebben genomen.

Dit zijn geen opzichzelfstaande gevallen. Gerrit Zalm (VVD) bekleedde na zijn ministerschap topfuncties bij DSB Bank en ABN AMRO. Voormalig minister van Verkeer en Waterstaat Camiel Eurlings (CDA) werd na zijn politieke carrière topman bij KLM. Roos Vermeij, oud-politicus voor de PvdA, ging na de nederlaag van haar partij bij de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen als bestuurder aan de slag bij pensioenfonds PME. En de lijst is nog veel langer. Zijn deze oud-politici eenvoudigweg de beste kandidaten voor dergelijke functies, of komt het voor het bedrijfsleven verdomd goed uit dat zij korte lijntjes met de politiek hebben?

Partijkartel

Volgens Thierry Baudet (FvD), de meest fervente tegenstander van de ‘politieke springplank’ naar het bedrijfsleven in de Tweede Kamer, is dit een overduidelijke bedreiging voor de representatieve democratie. Volgens Baudet wordt het land bestuurd door zo’n tienduizend mensen. VVD, PvdA, D66, CDA, het maakt allemaal geen verschil. Net als bij een economisch kartel, waarbij bedrijven prijsafspraken maken en de markt onderling verdelen, doen de politici van eerdergenoemde partijen dat volgens Baudet ook; zij verdelen de markt voor bestuurlijke functies.

Het opbreken van dit ‘partijkartel’ is een van de grootste speerpunten van zijn verkiezingsprogramma. Volgens hem werken zij niet voor Nederland, maar vooral voor zichzelf en dat is een bedreiging voor onze democratie: Nederlanders stemmen op politici die bepaalde waarden en idealen vertegenwoordigen, maar die volgens Baudet deze idealen laten varen wanneer zij er persoonlijk op vooruit kunnen gaan.

Hockeyveld

Natuurlijk zijn degenen die worden beschuldigd van kartelvorming het niet met Baudet eens. Het lijkt vanzelfsprekend dat kartelleden hun deelname aan het vermeende kartel nooit zullen bekennen. ‘De heer Baudet zal mij de komende jaren nooit horen over dingen die niet bestaan’, zei VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff tegen Baudet tijdens het debat over de regeringsverklaring toen Baudet hem vroeg naar het partijkartel. Volgens Dijkhoff is het helemaal niet raar dat deze mensen na hun politieke carrière dergelijke functies gaan bekleden. Talentvolle bestuurders uit de politiek zijn goed in besturen en daarom is het volgens Dijkhoff geen verrassing dat deze gezichten in een tweede carrière opduiken bij topposities in het bedrijfsleven. ‘Mensen die bij PSV in het eerste komen, komen ook niet van het hockeyveld afrennen; die hebben eerst ervaring opgedaan in een lager elftal. Dus dat mensen ergens goed in zijn in die sector gewaardeerd blijven en dat er om gevochten wordt, vind ik vrij logisch’, aldus Dijkhoff.

Korte lijntjes

Ook journalist en antropoloog Joris Luyendijk ziet een probleem in het gegeven dat politici doorschuiven naar topfuncties in het bedrijfsleven. De banken speelden een hoofdrol in de economische crisis van 2008. Deze rol onderzocht Luyendijk voor zijn boek Dit kan niet waar zijn. Hij kwam tot de conclusie dat de bankenwereld niets geleerd heeft van de crisis en dat zij doorgaan op dezelfde voet als voor de crisis. De oplossing voor deze problematiek ligt volgens Luyendijk in Den Haag, maar de politiek doet niets aan de financiële sector omdat zij hier na hun politieke carrière een veelvoud kunnen verdienen van hun salaris in de politiek.

Tegelijkertijd is het voor het bedrijfsleven erg interessant om korte lijntjes te hebben met de politiek. Denk bijvoorbeeld aan Gerrit Zalm. Hij werd na zijn politieke carrière topman van ABN Amro. Als zo’n belangrijke VVD’er de baas is bij ABN, is het heel moeilijk om deze bank aan te pakken. Dit soort situaties blokkeren politieke debatten over bijvoorbeeld regels en bonussen bij banken.

Afkoelperiode

Misschien zijn de dames en heren in Den Haag tijdens hun politieke carrière er niet bewust mee bezig, maar het is volgens Luyendijk ‘fundamenteel problematisch wanneer iemand in zijn tweede carrière een veelvoud kan verdienen van wat hij/zij verdient als minister. Zeker als iemand doorstroomt naar een sector waarin hij als politicus besluiten heeft genomen’. Om belangenverstrengeling te voorkomen stellen zowel Luyendijk als Baudet voor dat bewindslieden na hun politieke loopbaan een afkoelperiode moeten houden: een aantal jaren mogen zij niet gaan werken in de sector waarover zij tijdens hun politieke carrière beslissingen hebben genomen.

Het FvD van Baudet gaat nog een stapje verder. Zij vinden dat partij-politieke benoemingen überhaupt niet mogelijk moeten zijn. Het FvD wil ‘de beste persoon voor de positie, ongeacht politieke voorkeur. Dus: open sollicitaties’. Op zijn minst voor alle publieke en semipublieke topfuncties.

Traineeship voor CEO’s Niemand gaat de politiek in zonder een bepaalde intrinsieke motivatie. Voor het geld hoeven zij het (normaliter) in elk geval niet te doen. Wellicht is het inderdaad ‘vrij logisch’ dat talentvolle bestuurders uit de politiek terechtkomen op topposities bij grote bedrijven. Echter, belangrijke oud-politici in het bedrijfsleven vormen vaak een rem op het debat over zaken die mogelijk desastreuze gevolgen hebben als ze niet worden aangepakt. Het lijkt daarom niet onverstandig dat men voorkomt dat de politiek een traineeship voor CEO’s wordt.

bottom of page