Ik lees het de laatste tijd in verschillende media: de kwaliteit van het basisonderwijs gaat achteruit. ‘Inspectie ziet dat het niveau van het onderwijs terugloopt’ en ‘Schooldirecteur moet onderwijs verbeteren, geen wc’s ontstoppen’ werden bijvoorbeeld recentelijk gekopt door NU.nl en de NOS. Maar is dit ook écht zo? Ik denk het wel.
Kritische ouders
Allereerst worden ouders steeds kritischer over het onderwijs en dat is hun goed recht. Ze vergeten echter soms dat een klas niet alleen bestaat uit hun kroost, maar dat er nog meer klasgenootjes zijn wiens ouders ook de beste zorg en aandacht voor hun kind willen. Er zijn dagen bij dat ik alleen maar bezig ben met mailen en bellen naar ouders. Ze hebben eisen over zitplekken en de manier waarop pauzes besteed worden en willen precies weten wat hun kind elke minuut doet. Qua tijd en voorbereiding blijft er dan weinig ruimte over om lessen te maken. Het resultaat: er wordt maar weer een summiere les uit de methode gegeven.
Het lerarentekort
Daarnaast kampen we nog steeds met een gigantisch lerarentekort; zo’n 411.381 leerlingen hebben sinds de kerstvakantie te maken gehad met een veranderende klassensituatie. Dit probleem is duidelijk kenbaar gemaakt; de stakingen door het hele land spreken voor zich. We worden nog te weinig tegemoet gekomen in de vorm van extra handen. Klassen die opgesplitst worden krijgen een map werk mee en kunnen het daarmee doen.
Groeiende gedragsproblemen
We zien tevens steeds meer gedragsproblemen in de klas, zeker sinds het prachtige plan van het ‘passend onderwijs’. Er gaat veel energie en tijd naar het structureren van die gedragsproblemen. Als er tijdens mijn rekenles een leerling geen zin heeft en zijn tafel door het lokaal gooit, kan ik mijn rekenles wel vergeten. Ik moet zorgen dat de rest ‘zelfstandig aan het werk gaat’ zodat ik me kan focussen op de leerling die het even niet meer ziet zitten.
Te hoge werkdruk
Handelingsplannen, groepsplannen, rapporten, oudergesprekken, gesprekken met diverse instanties en hulpverleners, planningen, vergaderingen, koningsspelen, een kerstmarkt en verschillende lesthema’s. Het klinkt allemaal zo leuk, maar de werkdruk is hierdoor ontzettend hoog. Al die extraatjes zorgen ervoor dat het stukje didactiek en lesinhoud vaak op de tweede plaats komt. En alhoewel bovengenoemde taken natuurlijk net zo belangrijk zijn als de lessen, komt het de kwaliteit daarvan niet ten goede.
Ongemotiveerde kinderen
Ten slotte is de jeugd van tegenwoordig niet bepaald gemotiveerd. Lezen en rekenen? Saai! Ze gaan liever gamen of filmpjes kijken op YouTube. Ik heb vaak een hele trukendoos nodig om de kinderen betrokken te houden en op sommige dagen is de bodem in zicht. Zomaar een methodeles geven werkt allang niet meer. Ik moet presentaties maken, eropuit gaan en interactieve opdrachten verzinnen. En ja, al die lessen voorbereiden en maken, daar heb ik - zoals gezegd - helaas weinig tijd voor.
Samen met mij zitten nog veel meer collega’s met hun handen in het haar. Ik ben tot nu toe altijd bereid geweest om mij 200% in te zetten; leraren doen ten slotte alles voor hun kinderen. Maar er komt een dag dat we het bord uitvegen, onze stoel aanschuiven en de deur achter ons dichttrekken. De vraag is alleen: wanneer?