Het middelbaar onderwijs in Nederland staat voortdurend bloot aan veranderingen met twijfelachtige gevolgen. Er wordt steeds gezocht naar nieuwe vormen - lesmethoden, hulpmiddelen - die vooral tot doel hebben het onderwijs hip en modern te maken, maar waarvan de effecten nauwelijks of niet bewezen zijn. Daarbij gaan de meeste van deze ‘innovaties’ over de randvoorwaarden van het leren en zelden over de inhoud van het curriculum. Dat moet veranderen.
Tijdens mijn eigen middelbare schoolperiode maakte ik nog net de nadagen mee van het Studiehuis, onderdeel van de Tweede Fase. Deze aanpak was gebaseerd op de aanname dat leerlingen er wel bij zouden varen als ze zelfstandig leerden, zonder al te veel hulp van de vakdocent. Je moest zelf op onderzoek uit; zelf vragen formuleren en zelf beantwoorden. Dat bleek te hoog gegrepen voor de gemiddelde leerling. Het puberbrein, zo ondervond men, was bij lange na niet ver genoeg ontwikkeld om eigenstandig prioriteiten te stellen. Mijn eigen prioriteiten lagen ook eerder bij stiekem sigaretten roken achter het schoolgebouw dan bij onderzoeken welke geopolitieke parameters de uitkomst van het Verdrag van Versailles hadden bepaald. De speciaal voor de Tweede Fase ontworpen studiezalen op mijn middelbare school waren anarchistische vrijplaatsen waar je elkaar trof om een bakje koffie te drinken en gekopieerde dvd’s van de lach-of-ik-schietfilm Dude, where is my car? te verhandelen.
Quiche
De nieuwe vakken die de Tweede Fase met zich meebracht, bleken evenmin een succes. Lessen als algemene natuurwetenschappen en verzorging werden geteisterd door een inhoudelijke leegte die de vakken tot een favoriet spijlbeluurtje maakten. Ikzelf, te braaf om te spijbelen, leerde er de geschiedenis van de kaasschaaf en hoe ik een quiche moest maken. Daarbij gingen de uren die besteed werden aan historie van keukengerei en het bereiden van hartige Franse taarten ten koste van sleutelvakken als Nederlands, Engels en wiskunde.
"Filmpjes en hippe PowerPointpresentaties moesten elkaar afwisselen in een geweldige didactische show."
iPad
Het studiehuis verdween op de meeste scholen en zinloze vakken verdwenen uiteindelijk roemloos uit het curriculum, maar dat deerde de hardnekkige onderwijsinnovators niet. In de jaren na mijn gemankeerde middelbare schoolcarrière moest het krijtbord wijken voor peperdure smartboards, werden maar liefst twee managementlagen toegevoegd aan het schoolorganogram en maakten in veel lokalen de klassieke stoelen plaats voor hippe zitzakken. Tevens deed het cliché aller innovaties zijn intrede: de iPad. Zowel in het bedrijfsleven als in het onderwijs staat het rechthoekige geval gelijk aan technologische vooruitgang. Aldus verruilden scholieren de rugbrekende boekentas voor een tablet.
Show
Docenten werden tevens en masse op cursus gestuurd om zich nieuwe vormen van lesgeven eigen te maken. Vijftig minuten lang doceren met klassikale opdrachten was, zo vonden de onderwijsexperts, niet meer van deze tijd. Een leerlinggerichte aanpak; individueel en afgestemd op de behoeften van de leerling. Dat was het devies. En, wellicht nog belangrijker, om de 10 minuten moest de methode van lesgeven veranderen. Opdrachten, spreekbeurten, filmpjes en hippe PowerPointpresentaties moesten elkaar afwisselen in een geweldige didactische show. Een constante stroom van stimuli om de leerling bij de les te houden.
Positive Behaviour Support
Een van de belangrijkste veranderingen op mijn oude middelbare school was het Positive Behaviour Support (PBS). “Positive Behavior Support is een doelmatige, schoolbrede aanpak die zich richt op het versterken van gewenst gedrag en op het voorkomen van probleemgedrag,” valt te lezen op de website www.wij-leren.nl. En verder: “PBS is een ‘kapstok’ waaraan alle schoolinterventies en methoden die met gedrag te maken hebben in een school opgehangen kunnen worden.” Vaagtaal. Maar het komt er in de praktijk op neer dat je goed gedrag van leerlingen beloont zodat je slecht gedrag niet hoeft te bestraffen.
"De theorieën die het onderwijs hebben gevormd, zijn vaak gestoeld op twijfelachtige ideeën uit de wetenschappelijke periferie."
Netflix
Of PBS aantoonbare effecten heeft op het gedrag of de prestaties, valt moeilijk te zeggen; er is simpelweg te weinig onderzoek. Dat weerhoudt de schooldirectie er niet van leraren op het matje te roepen wanneer ze een zich misdragende puber berispen. Ze zijn blind voor de gedachte dat ook deze methode een farce zou kunnen zijn waar we later schaterlachend op terugkijken. Ook bij de andere innovaties doemt een aantal terechte vragen op. Wat is het nut van een iPad in de klas? In het gunstigste geval wordt hij gebruikt als een digitale versie van het klassieke boek. In veel andere gevallen is het apparaat een goede manier om ongezien Netflix te kijken tijdens de les. En docenten klagen dat leerlingen geen aantekeningen meer maken, want schrijven en lezen gaat op een iPad niet tegelijk, dan moet je onhandig van applicatie wisselen. Daarbij wordt het argument ‘ik ben mijn boeken vergeten’ moeiteloos ingeruild voor ‘mijn iPad is kwijt/leeg/loopt vast’. Niet in de laatste plaats blijkt uit onderzoek dat informatie op papier beter beklijft dan tekst op een computerscherm.
Vorm
Opvallend is dat de innovaties die worden doorgevoerd vrijwel nooit gaan over de inhoud. Uitsluitend de vorm is onderhevig aan vernieuwing: smartboards, iPads, plannen voor positieve stimulatie en zelfstandig leren. En mijn oude middelbare school is niet de enige onderwijsinstelling die zwicht voor allerlei pseudowetenschappelijke ideeën over didactiek. Maurice de Hond bouwde een hele scholengemeenschap rondom een leermiddel: de iPadschool. Zijn idee faalde jammerlijk, maar geeft de tijdgeest treffend weer: onder innovatie in het onderwijs verstaat men dat leermiddelen en leervormen veranderen. Aandacht voor inhoud van het leermateriaal is er niet. En echte visie ontbreekt. De theorieën die het onderwijs van de afgelopen jaren hebben gevormd, zijn vaak gestoeld op twijfelachtige ideeën uit de wetenschappelijke periferie.
Gortdroog
Ook kun je je afvragen of het nuttig is leerlingen te verwennen met een keur aan verschillende lesmethoden en -middelen. Wie na de middelbare school naar het HBO of naar de universiteit gaat, moet het stellen zonder al deze stimuli. Daar wordt van je verwacht dat je twee uur lang naar een gortdroge verhandeling kunt luisteren over de categorische imperatief van Kant. Daarbij zijn er geen gelikte YouTube-video’s die je in twee minuten hierover bijpraten. Nee, je zult je moeten vastbijten in stapels taaie teksten en zelf hoofdzaak van bijzaak moeten scheiden.
Passend Onderwijs
Ondertussen gaat de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs er verder op achteruit. De Onderwijsinspectie concludeert in het rapport Staat van het Onderwijs 2016/2017 dat de prestaties van leerlingen al twintig jaar achteruit hollen. Goede intenties, iPads en positieve gedragsstimuli ten spijt. Daarbij is het onderwijs de afgelopen jaren alleen maar meer onder druk komen te staan door de invoering van het Passend Onderwijs. Deze maatregel stelt scholen verplicht om plek te bieden aan zo’n beetje alle leerlingen.
"Het is wachten op de volgende tijdrovende en inhoudsloze uitspatting die de gemoederen gaat bezighouden."
Shakespeare
Het wordt daarom tijd dat er eens een kabinet komt dat serieuze maatregelen durft te nemen in het onderwijs. Goed onderwijs begint bijvoorbeeld bij een degelijke docentenopleiding waar minder tijd wordt besteed aan het maken van gelikte presentaties en meer tijd aan vakinhoudelijke zaken. Het is prima dat je als docent Engels in opleiding iets leert over ontwikkelingspsychologie, maar het kan niet zo zijn dat Shakespeare daardoor buiten het curriculum valt. Daarnaast kun je je afvragen of innovaties in het middelbaar onderwijs niet veel meer thematisch moeten worden ingericht. Onderwerpen die bij geschiedenis worden besproken hebben ook invloed op kwesties die raken aan maatschappijleer, filosofie, kunstgeschiedenis (ckv) en zelfs de bètavakken. Door verbanden duidelijk te maken, krijgt een leerling niet slechts een keur aan gefragmenteerde onderwerpen voorgeschoteld, maar gaat hij wellicht zelf ook verbanden zien. Noem het multidisciplinair of vakoverstijgend. Zo is de inhoud leidend, en niet de vorm.
Kleinere klassen
Mocht je dan toch iets aan de vorm van het onderwijs willen doen, verklein dan het aantal scholieren per klas. Leraren schreeuwen er al decennia om. Die roep wordt echter stelselmatig genegeerd door de overheid. Sterker nog: door met eufemistische termen als Tweede Fase en Studiehuis op de proppen te komen, laat de overheid zien dat ze docenten niet serieus neemt.
Uitspatting
Van een docent op mijn oude middelbare school begreep ik dat het Positive Behavior Support inmiddels ook op losse schroeven staat. Daar ben ik dan weer positief over. Het is alleen wachten op de volgende tijdrovende en inhoudsloze uitspatting die de gemoederen gaat bezighouden. En belangrijker nog: die afleidt van de inhoud.