Bij iedere verhuizing duikt een aantal vaste personages op. Een natuurwet lijkt te dicteren dat je er van ieder soort eentje hebt. Het meest onuitstaanbare type is meestal de verhuizende zelf.
Door Jules Roosenboom
Hij of zij heeft steevast niets in dozen ingepakt en loopt eigenlijk voortdurend de boel te verwarren met onnavolgbare instructies. Op je vrije zaterdagochtend loop je met het ene na het andere losse plantje, potje of bordje, vier verdiepingen omhoog terwijl de eigenaar van die troep je schreeuwend achterna rent. “Die schemerlamp moet naar de badkamer! Hou die vogelkooi recht! Voorzichtig met die goedkope kutvaas van Ikea!” De verhuizende heeft ook het bedenkelijke privilege om met het gehuurde busje te mogen rijden. De gelegenheidschauffeur schampt nietsontziend de geparkeerde auto van de nieuwe buurman, rijdt weg terwijl je net een loodzware Miele wasmachine uitlaadt, en neemt iedere bocht zo krap dat je aan het eind van de dag niet kan slapen van de opgehoopte adrenaline.
"De leptosoom haalt het bloed onder ieders nagels vandaan door heel opzichtig niets te doen."
Iemand waar je minder last van hebt is de klusser. Hij – het is meestal een hij – rijdt voortdurend op en neer naar de bouwmarkt om hoekbouten, dwaalschroeven, kruipgootjes en andere materialen te kopen waar je nog nooit van hebt gehoord. De klusser claimt grootmoedig dat aan het eind van de dag alle lampen zullen ophangen en de wifi vlekkeloos zal functioneren. Fluitje van een cent. Voor een paar stopcontacten en waterkranen draait hij ook zijn hand niet om. Aan het eind van de dag geeft hij je een torenhoge rekening van de Gamma en een lijst van redenen waarom er slechts één lamp ophangt. En hoe het komt dat die ook nog een beetje scheef hangt. O ja, en de gootsteen lekt. Hevig.
De leptosoom haalt op zijn beurt het bloed onder ieders nagels vandaan door heel opzichtig niets te doen. De lepto is meestal het puberale, door acne geteisterde neefje van de verhuizende dat het heel druk lijkt te hebben met het ontlopen van werk. Terwijl je in je eentje een dressoir van vierhonderd kilo de net te krappe voordeur door probeert te wurmen, staart hij landerig voor zich uit of prutst wat op z’n iPhone. Erger nog: vaak staat de leptosoom in de weg. Hij komt pas in actie als iemand hem uit zijn YouTube-roes doet ontwaken door hem hard tegen zijn achterhoofd te slaan. Dan is hij bereid om zijn verder nutteloze gewicht in te zetten als deurstop of ter blokkering van de liftdeur. Aan het eind van de dag eet hij alle bezorgde pizza op zodat de rest met honger naar huis gaat.
"Volgens de optimist kan en past alles en is niets een probleem."
Er is ook altijd iemand – meestal een oom van een jaar of 55 – die van mening is dat die antieke servieskast met zijn fragiele glazen deuren prima via het balkon naar beneden kan. Twee touwtjes eromheen en huppa, gewoon laten zakken. Eigenlijk kan het servies erin blijven staan. Dat is de optimist. Volgens de optimist kan en past alles en is niets een probleem. Wie zo stom is om hem te geloven, zit binnen de kortste keren klem in de lift achter een metersbrede hoekbank omdat hij claimde dat ‘die bank makkelijk in een keer erin zou gaan’. Zelf kan hij tot zijn grote spijt overigens niets tillen vanwege de rugblessure die hij opliep tijdens zijn korte maar hevige carrière als boswachter op de Veluwe.
Zelf profileer ik mij bij verhuizingen als de stille vennoot. Ik steun ieders verhuizing in woord en gedachte, maar vertik het om daadwerkelijk te komen. Verhuizen zonder mij scheelt je een hoop ergernis, onvoorziene kosten en telefoontjes naar verzekeringsmaatschappijen. Dus als je het goed beschouwt, lever ik de meest waardevolle bijdrage aan je verhuizing door afwezig te zijn. Geen dank.