Op 23 mei zijn de verkiezingen voor het Europees Parlement: de volksvertegenwoordiging van de Europese Unie (EU). Voor velen is Europese politiek een ver-van-mijn-bed-show. Hoe werkt het? Wat valt er te kiezen? En hoe ver reikt de macht van ‘Europa’? GeenKwats zocht het uit en maakte een overzicht van de basics.
De Europese Unie is een politiek orgaan en een samenwerkingsverband tussen 28 Europese landen; 27 als het Verenigd Koninkrijk na Brexit weg is. In principe vormen drie politieke instellingen de politiek van de EU: de Europese Commissie, de Raad van de Europese Unie en het Europees Parlement. De Europese Raad van regeringsleiders kan als vierde politieke instelling worden gezien, maar in de praktijk heeft deze geen wetgevende of uitvoerende taak. Hij duidt slechts de positie van de individuele lidstaten aan. Samen stellen die zo de prioriteiten vast voor de Europese Commissie.
De Europese Commissie De Europese Commissie vormt het dagelijks bestuur van de Unie, net zoals de premier en de ministers in de landelijke politiek en het college van burgemeester en wethouders in de gemeentelijke politiek. Elke lidstaat levert één Eurocommissaris, die na de verkiezingen door de lidstaten wordt benoemd na goedkeuring van het Europees Parlement. Jean-Claude Juncker, de Eurocommissaris uit Luxemburg, is op dit moment voorzitter. Wie hem gaat opvolgen? Elke Europese partij - daarover later meer - schuift een kandidaat-voorzitter naar voren: een zogenaamde Spitzenkandidat. Dit jaar zitten daar twee Nederlanders bij: Frans Timmermans voor de Partij van Europese Socialisten en Bas Eickhout voor de Europese Groene Partij.
De taken van de Commissie? Zij controleert of Europese wetten in de lidstaten goed worden uitgevoerd en heel belangrijk: zij heeft het recht van initiatief. Dat wil zeggen dat zij wetsvoorstellen mag indienen bij het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, die met zijn tweeën de wetgevende macht van de EU vormen.
"Pas als zowel de Raad als het Parlement akkoord zijn, kan een wet in werking treden."
Het Europees Parlement en de Raad
Een initiatiefwet komt als eerst terecht bij het Europees Parlement. Dat kijkt wat er veranderd, toegevoegd of verwijderd moet worden. Dit aangepaste wetsvoorstel wordt vervolgens doorgestuurd naar de Raad van de Europese Unie, ook wel Raad van Ministers of simpelweg Raad. Ook hiervoor geldt: ieder land levert één lid. De samenstelling van de Raad is wisselend; die hangt af van het thema dat besproken wordt. Als het gaat over landbouw, zitten de ministers van landbouw aan tafel en als het over volksgezondheid gaat, komen de ministers van volksgezondheid samen. Deze ministers gaan akkoord met het wetsvoorstel of passen het op hun beurt aan. In het geval ze iets veranderen, gaat het nog een keer terug naar het Parlement en vervolgens nog een laatste maal naar de Raad. Als er dan nog geen akkoord is, komt het voorstel voor een bemiddelingscommissie, bestaande uit vertegenwoordigers van beide organen. Pas als zowel de Raad als het Parlement akkoord zijn, kan een wet in werking treden.
750 + 1 zetels Bij de aankomende verkiezingen wordt het Europees Parlement gekozen: de volksvertegenwoordiging van de EU-lidstaten. Alle inwoners van de 28 EU-landen boven de achttien jaar mogen hiervoor één keer in de vijf jaar stemmen. Iedereen stemt op iemand die voor hun land in het Parlement gaat. Voor de zetelverdeling tussen landen geldt: hoe meer inwoners een land heeft, hoe meer zetels het krijgt in het Parlement. In totaal zijn er 751 zetels: 750 parlementsleden en een voorzitter, die niet mee mag stemmen. Nederland heeft er daarvan 26. Ter vergelijking: Duitsland heeft er 96, Frankrijk 74 en Luxemburg 6.
Initiatiefrecht Tot op zekere hoogte kan het Europees Parlement met het Nederlandse worden vergeleken: de Tweede Kamer. Beide controleren het dagelijks bestuur door middel van moties en vragen, en beoordelen en wijzigen wetsvoorstellen. Een belangrijk verschil is dat europarlementariërs geen initiatiefrecht hebben, in Europese politiek is dat recht exclusief voor de Europese Commissie. Het Europees Parlement mag de Commissie alleen verzoeken om met wetsvoorstellen te komen. Een ander verschil met de Tweede Kamer is dat partijen in het Europees Parlement zich verenigen in fracties, ook wel Europese politieke partijen. Een fractie bestaat uit partijen uit verschillende landen met een soortgelijk gedachtengoed. Momenteel zijn er daarvan negen. Denk aan bijvoorbeeld de Europese Groene Partij, waarbij GroenLinks is aangesloten, en de Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa, waar de VVD en D66 onderdeel van zijn.
"Europese wetten zijn bindend: strenger nationaal beleid mag, maar soepeler niet."
Bevoegdheden
Alle deelnemende landen hebben een deel van hun bevoegdheden overgedragen aan ‘Europa’. Dat wil zeggen dat in de EU op sommige gebieden wetten worden gemaakt die bindend zijn voor de lidstaten. Asiel- en migratiebeleid is daar een voorbeeld van. Zo bewaakt de EU de buitengrenzen en bepaalt zij wie asiel kan krijgen en welke lidstaat dat moet behandelen. Verder sluit de EU handelsverdragen met niet-EU-landen en zijn ook landbouw, klimaat en telecommunicatie voorbeelden van politieke onderwerpen die (ook) op Europees niveau worden bepaald. Europese wetten zijn bindend: strenger nationaal beleid mag, maar soepeler niet.
Geïnteresseerd in onze andere Voor Dummies-artikelen? Klik hier.