Door het coronavirus moest ik mijn langverwachte reis naar Finland uitstellen. Ik heb een tijdje in het land gewoond en ben er verliefd op geworden. De natuur is prachtig, iedereen drinkt bier in de sauna en er zijn geen gekke zomerse temperaturen. Het beste is misschien nog wel dat alle Finnen een onuitgesproken anderhalve meterregel naleven.
Niemand groet elkaar, iedereen loopt in een bocht om elkaar heen en naast een ander in de bus zitten is not done. Waardering van persoonlijke ruimte noemen ze dat. Zo is het in de Finse cultuur altijd geweest.
Toen Finland de grenzen voor Nederland in juli weer opende, boekte ik halsoverkop de eerste vlucht naar Helsinki. Afgelopen vrijdag stapte ik (inclusief mondkapje) eindelijk in het vliegtuig naar mijn favoriete land. Ik ging ervan uit dat de plek naast me vrij zou zijn. Dat was de afgelopen weken in de trein ook zo geweest. Het vliegtuig stroomde echter vol en er kwam iemand naast me zitten. Ik schrok ervan. Zo ver als ik kon leunde ik uit mijn stoel de andere kant op. Ik zag mijn buurman als een angstwekkende corona-infectiehaard.
"Ik vraag me af of die angst blijft of dat we in de toekomst weer zonder paniek een praatje maken met een vreemde."
Later realiseerde ik me dat het coronavirus ons allemaal een beetje Fins heeft gemaakt. Een 'sociale fobie' (om het zo maar even te noemen) hebben we door het coronavirus allemaal gekregen. Ik vraag me af of die angst blijft of dat we in de toekomst weer zonder paniek een praatje maken met een vreemde. Ik snap de Finnen. Dat praatje met de neef van de zus van mijn buurman hoef ik namelijk even niet meer te maken, en dat vind ik helemaal geen probleem.
Comments