Ik ben het type dat in de luier al op schaatsen stond. Mijn vader, moeder en zelfs opa schaatsten allemaal minstens twee keer per week en mijn broer en ik werden op sleeptouw meegenomen.
Mijn vader nam ons zelfs op doordeweekse avonden mee naar de schaatsbaan omdat we te klein waren om alleen thuis te blijven. ‘Vroeger’ was het nog echt koud ’s avonds. Dan zaten we als twee halfbevroren kleuters langs de baan de rondjes van mijn vader te tellen. Met zo’n klein klikapparaatje.
Mijn vader heeft zich al lang geleden ingeschreven om de Elfstedentocht te mogen rijden. Bij de tocht der tochten werkt het namelijk zo dat de langst ingeschreven schaatsers mee mogen doen, mocht het vriezen. Als het niet doorgaat, ben je je geld kwijt. In de even jaren had mijn vader startrecht, in de oneven jaren niet. Bij vorst in de even jaren stond het huis op zijn kop.
"Midden in de nacht zag ik de gelukkigste man op aarde over de eindstreep komen."
In 2012 was er nét niet genoeg vorst voor een georganiseerde Elfstedentocht. Toch ging mijn vader met zijn vrienden het ijs op. Al klunend ging hij langs alle elf steden. Van ons kreeg hij onderweg snert en soms een nieuwe muts als er ijspegeltjes op zijn oude zaten. Midden in de nacht zag ik de gelukkigste man op aarde over de eindstreep komen.
Deze week vriest het weer in Nederland. Kranten spreken over ‘Siberische kou’. Mijn vader heeft zijn Unox-muts al van zolder gehaald. “De meest barre elfstedentochten werden in februari gereden Anne, het kan nog”. Even is hij de stress van de coronapandemie vergeten. Ik gun hem en alle andere schaatsouders van Nederland dat ze dit jaar vrij van zorgen nog even over bevroren meren kunnen glijden. Dus weergoden, doe jullie ding en kom maar op met die kou!
留言