Het coronavirus teistert de wereld. De ogen zijn nu gericht op de doktoren, verplegers en ander zorgpersoneel. Hoe is het om in deze tijden in de zorg te werken? GeenKwats maakt deze week een serie waarin de Nederlandse zorghelden aan het woord zijn.
Ine Geraets (63) werkt sinds 2003 als verzorgende in een wijkzorgcentrum in Zuid-Limburg. Sinds de uitbraak van het coronavirus staat ook hier iedereen op scherp.
Al sinds 14 maart zit het zorgcentrum op slot. Geraets: “Dat houdt in: geen bezoekers, geen restaurant, geen pedicure, fysiotherapie of kappersbezoek. Daarnaast zijn alle activiteiten afgelast.” Het snelle handelen van het zorgcentrum werpt zijn vruchten af; zeven verdachte bewoners zijn negatief getest op het virus. Iedereen is vooralsnog gezond.
De lockdown is niet de enige maatregel die getroffen wordt. Het zorgcentrum werkt in verschillende stappen en schaalt op wanneer nodig. De eerste maatregel was het introduceren van kleinere teams. Vervolgens werd er een onderscheid gemaakt in de teams: één bij de reguliere bewoners, en één in de zogenoemde aanleunwoningen. Deze teams zijn niet langer uitwisselbaar. De daaropvolgende stap: zo min mogelijk wisselingen in personeel per bewoner.
"Het lijkt alsof de bewoners zijn afgeleid door het coronavirus en andere ‘kwaaltjes’ minder relevant vinden."
Daarnaast is er een streng hygiënebeleid. Altijd al, maar nu worden er extra maatregelen getroffen. Met e-learning blijft het personeel hiervan op de hoogte. Ook dragen medewerkers, waar nodig, beschermende kleding. Volgens Geraets geen vanzelfsprekendheid: “Er heerst een enorm tekort.”
Het is erg rustig nu er geen familiebezoekjes meer zijn toegestaan. Dat is overigens niet de enige reden. “Normaal gesproken moeten we veel vaker een huisarts bellen, dat komt nu nog maar weinig voor. Het lijkt alsof de bewoners zijn afgeleid door het coronavirus en andere ‘kwaaltjes’ minder relevant vinden.” Vreemd genoeg zijn de bewoners niet angstig. “Dat heerst bij het personeel wat meer. Wel zijn mensen erg eenzaam. Maar ze hebben veel begrip voor de situatie.”
Die eenzaamheid is, naast het virus zelf, ook een gevecht. Daarom doet het zorgcentrum er alles aan dit te bestrijden. “We maken veel muziek op de gangen, maar ook buiten. Daarnaast krijgen bewoners veel tekeningen, brieven en cadeautjes. We brengen lekkers per afdeling, zoals wafels, kroketjes, en ontbijtjes.” Om contact te houden met familie, wordt er gebruik gemaakt van FaceTime. “Dan sta ik wel met tranen in mijn ogen.”
"Ik bezoek mijn schoonmoeder van 94 niet meer. Ik onderschat dit zeker niet."
Zelf maakt Geraets zich af en toe zorgen. “Ik werk met een risicogroep. Dan maak ik me natuurlijk druk over mijn gezin. Ik zou het vreselijk vinden als ik het in huis haal. Ik bezoek mijn schoonmoeder van 94 niet meer. Ik onderschat dit zeker niet.” Ze hoopt dat het virus snel onder controle komt, zodat het niet catastrofaal wordt. Vooral voor al het personeel in de ziekenhuizen: “Dit is nauwelijks vol te houden.”
Geraets haalt haar energie en motivatie uit de meerwaarde die ze per bewoner kan leveren. “Ik ben niet alleen verzorgende, maar ook kapster. Jarenlang heb ik in de kapsalon gestaan in hetzelfde zorgcentrum. Hier ben ik met de komst van mijn kleinzoon mee gestopt. Ik help bewoners die ik nu verzorg ook met hun haren als ze dat graag willen. Dat maakt ze zo ontzettend blij en dankbaar. Dan ben ik ook gelukkig.”
"We hebben allemaal hart voor de zaak, dat is nodig."
De waardering voor het zorgpersoneel is hartverwarmend. “Maar het blijft natuurlijk mijn werk. We moeten er gewoon zijn en de maatregelen volgen. Wel is het prettig dat er veel aandacht is voor ons, zodat we niet te veel uren maken. Dit is goed te doen, omdat alle activiteiten buiten het reguliere werk (zoals scholing en vergaderingen) zijn opgeschort.”
De positieve aandacht doet veel met de saamhorigheid binnen het team. “We hebben allemaal hart voor de zaak, dat is nodig. Onze afdelingsmanager steekt ons een hart onder de riem en deelde laatst bijvoorbeeld chocoladehartjes uit. Die waardering is fijn. Dit, samen met de dankbaarheid van onze bewoners, motiveert ons enorm. We gaan er samen voor.”
Comments