Onder veel witte jassen schuilen tatoeages. GeenKwats gaat op zoek naar de verhalen achter de tattoos van zorgmedewerkers. Pijnverpleegkundige bij de pijnpoli in Roermond - Kirsten Sijstermans (29) - vertelt over de tekst op haar bovenbeen.
‘She’s proof that you can walk through hell and still be an angel’. De tekst slaat op haarzelf; ondanks alle tegenslagen is Kirsten zichzelf gebleven. De tattoo markeert het afsluiten van een moeilijke periode, vol pesterijen en onzekerheid.
“Twee jaar geleden stuurde een vriendin mij een plaatje met deze tekst. Dat sprak me meteen aan. Ik werd vroeger op de middelbare school veel gepest. Kinderen sloten me buiten, lieten me struikelen of plakten kauwgom in mijn haar. Ik wist niet waarom ze dat deden. Die onduidelijkheid maakte me erg onzeker, het gaf me het gevoel dat ik er niets aan kon doen. Zelfs toen het pesten stopte en ik ging studeren, bleef die onzekerheid hangen. Je bent dan een makkelijke prooi.”
"Je kunt zoiets nooit echt afsluiten, zelfs niet met een tatoeage. Maar je geeft het op die manier een plekje."
“Ook later in mijn leven heb ik nog een aantal tegenslagen moeten verwerken, zoals het einde van de relatie met de vader van mijn kind. Dat was vlak na de geboorte van onze zoon. Inmiddels hebben we een goede band opgebouwd en spreken we zelfs weer af, maar dat was geen makkelijke periode. Een goede mama zijn vind ik het belangrijkst. Twee jaar geleden, toen mijn zoontje een jaar oud was, liet ik de tekst op mijn been zetten. Je kunt zoiets nooit echt afsluiten, zelfs niet met een tatoeage. Maar je geeft het op die manier een plekje. Dat ging wel in tandem met bezoeken aan een psycholoog en het schrijven van gedichten.”
“Het was niet mijn eerste tattoo. Ik heb er wel tien, waaronder de initialen van mijn kind achter mijn oor en een uil op mijn pols. Die uil stond op zijn geboortekaartje. Mijn eerste tatoeage liet ik op mijn zeventiende zetten, zonder dat mijn ouders het wisten. Zij houden daar niet zo van. Al mijn tattoos hebben een betekenis. Ik heb er ooit eentje laten zetten alleen omdat ik het mooi vond, een roos. Die was mislukt en daar had ik zo’n spijt van dat ik die later weg heb laten halen.”
“Nu maakt het me niet meer uit wat anderen van mijn tattoos vinden. Dat is een enorm contrast met vroeger, toen ik zo onzeker was. Maar gepest worden maakt je rebels. Ik wil niet gezien worden als een slachtoffer, ik ben juist heel tevreden en trots op mijn leven. Op het werk moesten ze wel even aan me wennen, maar uiteindelijk hebben ze zelfs mijn zichtbare tatoeages geaccepteerd. Van patiënten krijg ik eigenlijk nooit reacties. Zij komen naar de poli voor hun pijn, dat houdt hen vooral bezig.”
“Concrete plannen voor toekomstige tatoeages heb ik nog niet. Vroeger liet ik ze sneller zetten, maar nu denk ik er wat meer over na. Ooit komt er wel weer een idee. Ik heb nu al zoveel hoofdstukken in mijn leven vertaald naar tattoos. Het is dus wachten op het volgende hoofdstuk.”
Comments