top of page
Foto van schrijverSabrina Gijsen

"Het is nu alle hens aan dek op de corona-afdeling"


Het coronavirus teistert de wereld. De ogen zijn nu gericht op de doktoren, verplegers en ander zorgpersoneel. Hoe is het om in deze tijden in de zorg te werken? GeenKwats maakt deze week een serie waarin de Nederlandse zorghelden aan het woord zijn.



Mitch van Thor (28) werkt als arts-assistent in een ziekenhuis in Utrecht. Zijn specialisatie is cardiologie. Daarnaast is hij als arts-onderzoeker bezig met zijn promotieonderzoek. “Ik zou eigenlijk drie maanden aan mijn onderzoek werken, maar dat lukt niet vanwege corona.” Door zijn ervaring met longziekten is Van Thor ingezet op de corona-afdeling. “Het is nu alle hens aan dek.”


De afdeling is speciaal ingericht voor positief geteste patiënten. “Wat opvalt is dat de situatie van coronapatiënten heel snel kan verslechteren. Ze komen binnen met klachten die behandelbaar zijn, maar het kan van het ene op het andere moment tien keer erger zijn. Dat maakt het ontzettend lastig. Je probeert te ondersteunen, maar soms is dat niet genoeg.”


"Sommige momenten hakt het besef erin dat ik ook besmet kan raken."

Hij maakt nu dingen mee die voor deze crisis niet aan de orde waren. “Het went nooit helemaal wat wij zien als dokters. Maar in deze crisis is het vaak extra schrijnend. Soms moet je lastige gesprekken voeren met patiënten terwijl je helemaal ingepakt bent en nog niet eens even een hand kunt vasthouden. Dat is heftig.”


Gelukkig zijn er in deze crisis ook lichtpuntjes. “Er worden spandoeken opgehangen door voetbalsupporters bij het ziekenhuis om de hulpverleners te bedanken. En er heerst een groot gevoel van saamhorigheid. Bovendien genezen er ook veel mensen. Dat geeft hoop.” Want Van Thor maakt zich ook wel eens zorgen. “Sommige momenten hakt het besef erin dat ik ook besmet kan raken.” Dat beseft zijn familie ook. “Mijn ouders vinden het lastig, want ze horen veel verhalen van artsen die besmet raken en doodgaan. Ze sturen me vaak berichtjes of alles nog goed gaat.”


"Dat promotieonderzoek moet toch een keer afkomen."

Toch voelt hij zich geen held. “We doen gewoon ons werk.” Zijn vrije tijd spendeert hij zoals de gemiddelde persoon in deze tijden: “Ik probeer af en toe een luchtje te scheppen en ik schakel vaak thuis af met een filmpje.” Daar komt dan wel bij dat hij ook in zijn vrije tijd bezig is met werk. “Dat promotieonderzoek moet toch een keer afkomen.”



Comments


bottom of page