Nu de scholen dicht zijn en de zomervakantie is begonnen, pakken wij Nederlanders massaal onze koffers om naar het buitenland te gaan. Met het aantal coronabesmettingen dat wereldwijd weer een stijgende lijn aanneemt, vraag ik mezelf af waar deze mensen in hemelsnaam mee bezig zijn.
Ik hoor verschillende geluiden om me heen. Mensen die vakantie vieren in hun achtertuin, mensen die er in Nederland op uit trekken en mensen die schijt hebben aan de gekleurde landen van het RIVM en op het eerste beste vliegtuig stappen. In dit artikel uit 2019 wordt het zelfs 'collectieve dwangneurose' genoemd, de drang om toch maar zo snel en ver mogelijk van huis af te gaan. Toegegeven, van het druilerige weer dat we in Nederland gewend zijn, wordt geen mens blij in zijn drie weken zuurverdiende vakantie. Maar met een pandemie op de loer bij elke toeristische trekpleister, sta ik niet lekker te poseren voor de Sagrada Familia.
"Voor de mensen die Europees hotspothoppen, staan wij thuisblijvende Nederlanders wel weer klaar om de brandjes te blussen."
Sinds we massaal van wintersport of het Caribisch gebied terug kwamen in maart, was het een groot coronafeest. Ervan uitgaand dat mensen daar een les uit gehaald hebben - blijf weg bij de besmettingshaarden - vind ik het dan ook uiterst vreemd dat velen er nu toch voor kiezen het vuur op te zoeken.
Ik ben niet helemaal verzuurd. Ik begrijp ook dat er minder kans op besmetting is als je tien dagen in een all inclusive resort verblijft en niet van je ligbedje afkomt. Maar voor de mensen die Europees hotspothoppen, staan wij thuisblijvende Nederlanders wel weer klaar om de brandjes te blussen. Of niet?
コメント